Voor Jan Ykema bleek in zijn jeugd alles op het gebied van individuele krachtmetingen een uitdaging. Moest de hoogste mast worden beklommen, dan zat Jan al bovenin. Ging men 'fierljeppen', dan was hij zo over de sloot. Maar op het ijs bleek hij pas echt uit te blinken. Vooral een geduchte tegenstander zorgde ervoor dat er iets in Ykema los kwam, waardoor hij net een tandje extra kon bijzetten.
Buiten de trainingen om was Ykema vaak in voor een grap en een grol of feestje of partijtje. Een levensgenieter, maar ook iemand die het schaatsen serieus nam.
Zo kon hij onder trainer Henk Gemser een jaar werken aan zijn techniek, zonder dat jaar in internationaal wedstrijdverband te hoeven uitkomen. En de jaren erop was het resultaat daar: topjaren met veel overwinningen en medailles, met als hoogtepunt zilver op de 500 meter tijdens de Olympische Spelen in Calgary (1988)!
Dat het tij kon keren, had Ykema in die jaren nooit gedacht. Maar, op z'n 26ste te oud bevonden voor de sport, zonder een goed passende alternatieve carrière, viel hij in een groot gat. Alhoewel hij de makelaarsopleiding met goed gevolg doorliep en zich ook het beroep snel eigen maakte, was geluk ver te zoeken. Dus de drugs hielpen hem door de tijd. Hij verviel in een leven van ontkenning en afhankelijkheid, waarbij z'n verslaving hem ongezond, arm en depressief maakte.
Totdat hij, zo diep gezonken, zelf de moed had om uit het dal te klimmen. Na veel strijd en intensieve jaren, waarbij de passie voor de schaatssport hem hielp terug te keren in de maatschappij, kon Ykema het gewone leven weer oppakken en had hij een grotere levensles geleerd dan de meesten van ons zouden kunnen verdragen.
De laatste vijf jaar was Jan Ykema trainer van het APPM-schaatsteam. Momenteel is hij trainer bij Schaatsgewest Friesland, waar hij samen met oud schaatser Rintje Ritsma de succesvolle schaatsers van gewest friesland begeleidt.
Jan Ykema praat tijden zijn lezing over zijn leven, de schaatssport, voeding, ADHD en verslaving en weet als geen ander over te brengen hoe je het beste uit jezelf moet en kunt halen. Gedurende deze presentaties is Jan immer zichzelf en herkennen we weer de ondeugd van toen, die gelukkig de schaatssport opnieuw is komen verrijken.